(Ab)normale bandenslijtage?

De vier banden van een auto zijn de enige delen van het voertuig die contact maken
met de weg. Veel automobilisten vergeten dit, met gevaar voor hun eigen veiligheid,
en verwaarlozen de noodzakelijke controle en het onderhoud aan hun banden. Onjuist gebruik kan leiden tot vroegtijdige bandenslijtage of zelfs bandenschade.Terwijl een lage kilometerprestatie een economisch
probleem is, kan bandenschade erg gevaarlijk zijn en leiden tot persoonlijke of materiële ongelukken.
Statistisch komen kapotte banden tegenwoordig bijna niet meer voor. De gemiddelde rijder maakt slechts eenmaal in de tien jaar of elke 150.000 km ernstige bandenproblemen mee.
Dit toont de hoge technische standaard die intussen door zowel de bandenindustrie
(productiekwaliteit) als door de bandenhandel (servicekwaliteit) is bereikt. Uit onafhankelijke studies in onder andere Duitsland blijkt echter dat een klapband in een op de twintig gevallen de oorzaak is
van een ongeval op de snelweg. In minstens negentig procent van deze ongevallen
is de bestuurder persoonlijk verantwoordelijk voor de slechte of beschadigde conditie van de banden. Bijgevolg is het noozakelijk na te gaan wat normale slijtage is en wat niet?
 

Normale Slijtage

Bandenslijtage is helaas onvermijdelijk en dat is maar goed ook. Zodra een voertuig zich beweegt, zal het loopvlak van alle banden constant lang het wegdek schuren. Dit wordt na verloop van tijd zichtbaar door een geleidelijk afnemende profieldiepte. De slijtage is niet alleen onvermijdelijk maar tevens noodzakelijk. Natuurkundige wetmatigheden vereisen dat er wrijving is wanneer krachten overgedragen worden op het wegdek, ongeacht of deze kracht in de draairichting (voorwaartse beweging) of dwarsrichting (zijwaartse beweging) optreedt. Wrijving bepaalt de relatieve beweging die voorkomt tussen weg en band wanneer er kracht wordt uitgeoefend. Wrijving is bijgevolg de reden waarom de snelheid van het voertuig hoger of lager is dan draaisnelheid van het wiel. De mate van slijtage, hangt logischerwijs onder meer af van de hoeveelheid wrijving. Rijgedrag van de bestuurder vormt een doorslaggevende factor voor de mate van wrijving. In het geval van voorzicht en geleidelijk accellereren op een droogwegdek worden wrijvingswaarden tot 2% bereikt. Waarden tot en met 20% zijn mogelijk wanneer men met de wagen tot op de limiet rijdt. Slijtage varieert bijgevolg met een factor 10, afhankelijk van de rijstijl van de bestuurder. Tip: Een kalme rijstijl draagt ontegensprekelijk bij aan een geleidelijke, gelijkmatige bandenslijtage.  Factoren als vracht, snelheid, traject, bandenspanning hebben tevens een impact op de wrijving. Deze factoren kennen bijgevolg tevens een impact op de slijtage van de band en dus op de kilometerprestaties.

Afwijkende slijtagepatronen

Elke afwijkende slijtage verkort de kilometerprestaties van een band. Het afwijkende slijtagepatroon van het bandenprofiel zal duidelijk zichtbaar zijn en de oorzaak hiervan niet verbergen.

Eenzijdige slijtage

Eenzijdige slijtagepatronen van het profiel zijn vaak te wijten aan buitensporige afwijkingen bij de wijluitlijning. Bij een foutieve uitlijning lopen de banden niet parallel, zodat het loopvlak aan slechts één kant slijt. Deze afwijkingen worden versterkt in de loop van de tijd en vormen de prijs die de bestuurder betaalt voor slechte rijgewoonten, zoals rijden tegen stoepranden. Dit slijtgagepatroon zorgt er in het slechtste geval voor dat het loopvlak zal loslaten aan de rand van de band. Het verlangen van de het voertuig en de uitrusting van lichtmetalen wielen kan tevens de uitlijning negatief beïnvloeden. Dit kan weliswaar onopgemerkt blijven, aangezien de uitlijningswaarden statisch gemeten nog steeds binnen aanvaarbare tolerantiegrenzen vallen. Het resultaat is in elk geval een vergrootte niet-standaard slijtage.

Slijtage in het midden van het loopvlak

Dit soort slijtage komt vaak voor bij de aandrijfas van voertuigen met krachtige motor, die met hoge snelheden lange afstande afleggen. Onder invloed van middelpuntvliegende krachten bij hoge snelheden, zal de omvang van de band in het midden van het loopvlak groter worden dan bij de schouder. Hierdoor zal de band voornamelijk in het midden contact verkrijgen met het wegdek wat weerspiegeld wordt door het slijtagepatroon. Deze slijtagevorm is vaak terug te vinden bij banden met een kleine hoogte/breedte verhouding.